-







|
-
Uit de pers
(2001 en 2002) |
|
|
Na twee
klaplongen vecht Benno Kuipers terug:
Onder de titel "Nooit een baaldag"
verscheen van de hand van REMCO STUNNENBERG in Het Parool
onderstaand interview.
Hij kreeg de afgelopen twee
jaar heel wat tegenslag te verwerken: een auto-ongeval, de
ziekte van Pfeiffer en tot tweemaal toe een klaplong. Toch is
Benno Kuipers, kopman van de
professionele Amsterdamse zwemploeg TZA, nog altijd positief
en vastberaden terug te keren op het hoogste niveau. 'Er zijn
mensen die vechten voor hun leven, dus waar héb ik het over.'
Zoals zo veel kinderen begon
Benno Kuipers op advies van zijn
huisarts met zwemmen. Hij had last van lichte bronchitis en
het leek de arts een goed idee dat hij eens met zijn zus
meeging naar het zwembad. Van harte ging dat niet. Hij vond
het er maar koud en stond langer onder de douche dan dat hij
in het water lag. Tot ergernis van zijn ouders. Daar betaalden
ze geen contributie voor.
Echt leuk werd het pas toen hij tijdens zijn eerste
clubkampioenschappen een gouden plak won. Kuipers: ''Dat
smaakte naar meer. Toen ben ik echt fanatiek geworden.
Daarvoor wist ik wel dat ik aardig kon zwemmen, maar het
hoefde voor mij allemaal niet zo nodig. Pas na die medaille
veranderde dat.''
Jaren later hoorde hij van zijn ouders dat hij die medaille
sowieso zou hebben gewonnen. Hij was namelijk de enige in zijn
leeftijdscategorie. Kuipers: ''Dat is wel een goede zet van ze
geweest. Anders was ik waarschijnlijk nooit doorgegaan.''
Inmiddels is hij 27 en wordt hij bij de stichting Top Zwemmen
Amsterdam (TZA) als kopman beschouwd. Al wil de
schoolslagspecialist daar eigenlijk niets van weten. Oké, hij
is met zijn 27 jaar de oudste van de ploeg en loopt het
langste mee in het zwemwereldje. Maar om daar nu de term
kopman aan te verbinden, gaat hem wat al te ver. Zijn eerste
doel is zo goed mogelijk te zwemmen en terug te keren aan de
top. En als hij daarbij iets van zijn ervaring kan overbrengen
op de rest van de ploeg, is dat mooi meegenomen.
Zijn voorlopige hoogtepunt bereikte Kuipers in 1997, toen hij
bij de
Europese kampioenschappen vierde werd, slechts tweetiende van
een seconde achter de nummer drie. Enkele maanden later werd
hij zesde van de wereld bij de WK in Perth en in 1999 deelde
hij als reservezwemmer van de estafetteploeg 4x100 meter
wisselslag dankzij zijn serie-aandeel in de Europese titel van
de Oranjeploeg. Ook het Nederlands record op de 200 meter
schoolslag staat nog altijd op zijn naam.
Desondanks heeft hij zich altijd tevreden moeten stellen met
een rol op de achtergrond. Zeker vanaf het moment dat
Marcel Wouda zich serieus ging
bezighouden met de 100 meter schoolslag. Kuipers haalt er zijn
schouders over op. ''Ik heb het nooit frusterend gevonden dat
de meeste aandacht naar Wouda uitging. Ik zwem voor mezelf en
zodra ik het water inspring, wil ik gewoon zo hard mogelijk
zwemmen. En dat Marcel daarna de meeste aandacht kreeg, ach,
daar maak ik me
niet druk om.''
Jaloezie en afgunst zijn hem vreemd. Het zijn begrippen die in
zijn
woordenboek niet voorkomen. En natuurlijk, als hij hoort wat
Inge de Bruijn en
Pieter van den Hoogenband vandaag de
dag met het zwemmen opstrijken, dan denkt hij weleens: 'Dat
geld zou ik ook wel willen verdienen'. Want eerlijk is
eerlijk, dat maakt het wel een stuk aangenamer. Zij hoeven
zich geen zorgen te maken over de toekomst, terwijl Kuipers
elke maand op de centen moet letten. En dat is weleens lastig.
''Maar,'' zegt hij, ''geld is gemakkelijk, niet zaligmakend.
Als ik straks terugkeer op mijn oude niveau, doet mij dat meer
dan een ton op mijn bankrekening. Ik heb liefde voor mijn
sport. Ik krijg een kick van het zwemmen. Daar gaat het om.
Grenzen verleggen, jezelf pijnigen. Heerlijk!''
Bovendien is Kuipers niet slechter geworden van het succes van
De Bruijn en Van den Hoogenband. Kuipers: ''De hele
Nederlandse ploeg profiteert van hun prestaties. Daardoor is
er meer geld vrijgekomen voor faciliteiten. Zwemmen is nu echt
een speerpunt bij het NOC*NSF. Dat was het daarvoor nooit. En
bovendien staan wij als zwemnatie weer op de kaart. Daar
profiteren wij allemaal van. Niet in financieel opzicht, maar
dat is terecht. De Bruijn en Van den Hoogenband zijn tenslotte
olympisch kampioen geworden.''
Het is een doel waar Kuipers alleen van kan dromen. ''Maar ik
ben wel vierde van Europa geweest. Dat kan je zien als een
teleurstelling, maar je kan ook zeggen: er zitten maar drie
Europese zwemmers voor mij. Ik probeer de dingen altijd van de
positieve kant te bekijken. Natuurlijk baalde ik destijds,maar
dat duurde maar even.''
''Ik vind het zo zonde om negatief te zijn. Wat bereik je
daarmee? Je voeltje er alleen maar rotter door. Niet dat ik
nooit eens baal, maar nooit langer dan een dag. Na die
klaplong ook. Natuurlijk was dat rot. Maar toen de arts
vervolgens vertelde dat het niet door het zwemmen kwam en dat
ik mijn sport kon blijven uitoefenen, was dat gevoel weer
over.''
''Een vriend van mij heeft een jaar lang gevochten tegen
kanker. Dus waar héb ik het over? Er zijn zo veel ergere
dingen in de wereld. Ook al kan ik niet meer zwemmen, dan nog.
Er zijn mensen die vechten voor hun leven. En natuurlijk, op
het moment dat ik die klaplong kreeg, was dat verschrikkelijk.
Maar ik heb mij er uitgevochten. En na de eerste keer dat mij
dat overkwam, werd ik tweeëneenhalve maand later alweer
Nederlands kampioen. Dat gaf zo'n voldoening. Daarom probeer
ik het ook nu weer.''
Zijn doel is er in april, tijdens de Nederlandse
kampioenschappen, weer te staan. Daarna wil hij zich
kwalificeren voor de Europese kampioenschappen in Berlijn.
''Daar wil ik echt weer vlammen. Ik zit nog vol ambities,
vooral omdat het de afgelopen twee jaar niet is gegaan zoals
ik dat wilde. Daarom vind ik nu dat het genoeg is geweest. Ik
wil er weer eens staan, ik wil zo graag eens een podiumplaats.
Daar was ik heel dichtbij toen de rottigheid
begon. Om die reden wil ik nu ook weer niet te hoog van de
toren blazen dat ik wel even voor een medaille ga. Als ik
terugkom aan de top, ben ik al heel tevreden.''
Of dat lukt, hangt af van zijn lichaam. Zodra het lijf niet
meer wil, houdt het voor Kuipers op. Maar daar gaat hij niet
van uit. ''Ik ben helemaal niet meer bezig met mijn longen. Na
die eerste operatie was ik vaak bang. Zodra ik maar iets
voelde, dacht ik: het zit weer fout, Daar ben ik nu overheen.
Ik laat me niet meer gek maken.'' |
|
|
|
Eerbetoon aan afscheid nemende Benno Kuipers
door
Oene Rusticus
- 25/04/2002, 18:13u.
Tijdens de Nederlandse Kampioenschappen
in Amersfoort werd het al duidelijk dat
Benno Kuipers een punt zet achter
zijn zwem carrière, hij heeft de hoop op een rentree op
topniveau opgegeven. Vandaag een eerbetoon aan een groot
zwemmer, die de motivatie had om na vele tegenslagen zich toch
weer terug te knokken.
Tien maal is de zwemmer uit Ede al nationaal kampioen geweest.
Kuipers (28) had dit seizoen maar één doel voor ogen. Hij
wilde zich via het NK in Amersfoort kwalificeren voor het EK
in Berlijn. Dan zou zijn comeback compleet zijn. "Maar ik moet
nu realistisch zijn", zegt hij. "Mijn concurrenten op
internationaal vlak hebben een voorsprong van twee jaar
genomen. Dat gat dicht ik niet zo maar even. Ik had de hoop en
de progressie was in de laatste drie maanden groot. Maai
uiteindelijk kom ik niet verder dan vormbehoud. De limieten
voor deelname aan het EK heb ik gewoon niet gehaald."
Kuipers werd op het NK onttroond als 'de kampioen van de
schoolslag'. Op de 100 en 200 meter, zijn afstanden, werd hij
twee maal tweede. "Op zich een knappe prestatie, maar wel te
weinig. Dit is balen, maar ik kan niet terug blijven knokken
en mezelf verloochenen. Het lichaam kan niet meer brengen. Met
die beperking moet ik gewoon leven."
Kuipers beleefde de laatste jaren veel ellende. Hij kreeg in
1999 de ziekte van Pfeiffer, waardoor het EK in Istanbul
volledig mislukte. De Edenaar vocht daarop terug en
kwalificeerde zich voor de Spelen van Sydney. Maar Down Under
doemde een nieuwe mysterieuze kwaal op. Kuipers had ineens,
zomaar, een gaatje in zijn long. Dat euvel keerde later nog
eenmaal terug. En in de tussentijd liep hij bij een
auto-ongeluk een whiplash op. Kuipers bleef steeds
optimistisch, geheel in de stijl van zijn positieve
grondhouding. Hij veroverde ondanks alle misère zelfs een
plaats in de selectie voor het WK zwemmen in Fukuoka. In Japan
zat het fysiek even mee, maar sportief volgde daar weer een
domper. Door een te vroege wissel van
Pieter van den Hoogenband
verdween zomaar het zicht op een medaille.
Fukuoka was uiteindelijk het laatste grote toernooi voor
Kuipers. "Ik kan wel zeggen dat ik veel pech heb gehad",
vertelt de Edenaar. "Ik ben er nu ook nog van overtuigd dat ik
een Nederlands record kan zwemmen. Maar dat is dan dus geen
wereldtijd. Daarvoor kom ik momenteel tekort. Nou, als ik het
EK niet eens haal, is het beter te stoppen. Ik ga met sportief
pensioen."
Kuipers heeft daarvoor een goede reden. Hij verliest de
A-status van NOC*NSF. Zijn toelage, zijn olympische auto, hij
kan het allemaal inleveren. De overkoepelende bond eist nu
eenmaal prestaties. "Ik ben student en heb dus een laag
inkomen. Als ik normaal wil leven, moet ik nu gaan werken. Om
dan ook nog topsport te bedrijven, is te veel gevraagd. Dan
sloop ik mijn lichaam en lever ik nog steeds geen prestaties."
"Ik kan terugkijken op een mooie carrière. Ik ben vierde van
Europa geweest, zesde van de wereld. En ik heb in Istanbul op
de estafette nog goud behaald. In sportief opzicht zijn er dus
zeker triomfen geweest. Daarbij heb ik zo ongeveer de hele
wereld gezien. Ik mag me daar gelukkig mee prijzen."
In Amersfoort strandde Kuipers weliswaar op de schoolslag,
maar op de vier keer 100 meter wisselslag estafette was hij
met DWK-XCESS wel goed voor goud. Op de vier maal 100 meter
vrije slag eindigde de Edenaar met de Barneveldse ploeg op de
vijfde plaats. |
|
|
|
-
Als je meer wilt weten
of lezen over Benno Kuipers, klik dan
hier voor alle
nieuwsberichten.
If you want more to read about Benno Kuipers click
here
English
version click
here
-
|
|